De Westkust

Lieve allemaal,

Ik heb eindelijk de Westkust bereikt. Wat heerlijk zeg, om weer aan het strand te zijn. Mijn eerste bestemming aan de westkust was Broome.  En ik was in Broome voor een bepaalde reden. Eens in de maand, verschijnt hier het fenomeen ‘The Staircase to the Moon’.  Dit is wanneer het eb is (het verschil tussen eb en vloed kan hier soms wel 10 meter zijn) en de maan op een bepaalde manier staat. Het reflecterende maanlicht op het wad, creëert treden naar de maan. Wat een enorm mooi gezicht is! Verder heb ik in Broome een beetje de toerist uitgehangen en ook na lange tijd weer heerlijk op het strand gelegen. Mijn hartje glimlachte!

Na Broome en haar Staircase to the Moon, ben ik mijn reis omlaag langs de Westkust begonnen. Mijn eerste stop was 80 mile beach. Oftewel, 129  kilometer lang strand. Er stond een harde wind vandaag, het was frisjes (korte broek, slippers, maar wel een trui aan). Ik ben lekker gaan uitwaaien op het strand. Er stonden allemaal mensen te vissen. Ik maakte een praatje met 2 jongens uit West Australië, collega’s. Ik raakte aan de praat met Matt en ik vroeg of ik een lift terug kon krijgen. Ik wilde graag even rijden op het strand, dat leek mij wel wat. Nou dat was geen probleem hoor!  En van het één kwam het ander, ik werd uitgenodigd om met ze te lunchen, er werd voor mij gekookt ’s avonds en rond een uurtje of 10 was het tijd om te gaan nachtvissen. Ik dacht, waarom ook niet? Ik wist niet zo goed wat ik moest verwachten. Het was pik donker op het strand, de maan was nog nergens te vinden. Ik dacht, ik loop even naar de zee met Bernie. Nou, dit eindigde in een wandeling van 20 minuten., zover was de zee van het strand! En koud dat het was! Ik had mij enigszins erop gekleed (2 broeken, een dikke trui en een enorme jas van Matt. Matt is namelijk zo’n 2 meter lang). Maar nog had ik het koud. Het was zo bizar, hoe snel het water steeg van eb naar vloed. Enigszins beangstigend wel. We maakte een kampvuur op het strand om nog een beetje warm te blijven. Helaas geen vis kunnen vangen, maar wel een gezellig dag en nacht gehad met Matt en Bernie!

Mijn volgende stop was Port Hedland. Dit was een praktische stop, want ik ging weer landinwaarts naar Karijini National Park. Het was een pittig stukje rijden nog, dus ik was al vroeg op pad. Ik kocht wat boodschapjes en pompte mijn bandjes op en even na 9 uur liet ik Port Hedland achter mij. Ik was nog geen 15 kilometer uit Port Hedland of ik hoorde BAM! Oh nee, dat was toch nog niet band? Ik had even een momentje van vloeken en tieren en toen stapte ik uit de auto en dacht oké, wat is er precies aan de hand? Mijn linker achterband was zo plat als een dubbeltje. Wat ga ik doen? ANWB bellen? Iemand stoppen langs de weg? Zelf de band verwisselen? En toen kwam daar mijn reddende engel aanrijden.  Serge, uit Melbourne, werkte hier voor de mijnen. Het was denk ik nog geen 2 minuten tussen het moment dat mijn band BAM zei en dat deze lieve meneer mijn band aan het verwisselen was. Hij checkte zelfs nog even alle andere banden en reed daarna zelfs voor mij uit terug richting Port Hedland om te laten zien waar de bandenspecialist zat. De band kon niet geplakt worden, dus ik moest een nieuwe kopen. Het was zo’n 3 uur verder en om 12 uur liet ik Port Hedland voor de tweede keer achter mij.

Ik kwam rond half 5 aan in Karijini National Park, wat niet echt in mijn planning stond. Ik wilde mezelf namelijk wat tijd geven om mensen te vinden die eventueel mij wilde meenemen in hun 4wd, zodat ik niet met Rhonda over de onverharde wegen hoefde te rijden. Bij de ingang had ik een plattegrond gescoord, maar deze was totaal niet duidelijk. Ik liep even naar mijn overburen om te vragen of zij toevallig al in het park waren geweest en mij de conditie van de wegen kon vertellen in het park zelf. En uiteraard of zij mij konden helpen met het ontcijferen van deze kaart. Ik kwam aanlopen, en ik hoorde een vrolijke man zeggen ‘hi, how’s it going mate?’. Er stonden 3 gekleurde stoeltjes, nou hier moesten kindertjes zijn! Ik vragen naar de kaart, maar voor hen was het ook Chinees. Na een tijdje kletsen en kennis met ze gemaakt te hebben, vroegen Jason en Mel of ik morgen met hen meewilde een dagje. Hoe bizar kunnen dingen af en toe toch lopen. Ik maakte kennis met Alex (11 jaar), Mason (8 jaar) en Charlot (5 jaar). Dit zijn de eerste mensen die ik ontmoet van Tasmanië. Ik moest mijn stoel erbij pakken en lekker bij ze komen zitten ‘s avonds. Ik werd bediend met zelfgemaakte pizza en ik heb gezellig met Jason en Mel een avondje gezeten. De volgende dag zijn we de gorges van Karijini National Park gaan bezoeken en hebben we wandelingen gemaakt en gezwommen in ijskoud water. Ik heb zo’n leuke dag gehad en de kinderen waren geweldig! Goed opgevoed, daar hou ik van! Ik had nieuwe maatjes erbij! Karijini National Park is zeker één van mijn favoriete plekken in Australië!! ’s Avonds moest ik van Mason weer mijn stoel erbij pakken en gezellig bij ze zitten. Deze familie heeft een verhaal, een verhaal dat mij heel erg heeft aangegrepen. Jason heeft een hersentumor, is 40 jaar en heeft 3 kleine kinderen. Ze kunnen hem niet opereren en heeft de afgelopen 12 maanden chemo en bestraling gehad. Soms is het leven zo oneerlijk! Het zet je aan het denken, hoe kort het leven is, en hoe weinig tijd er is om je druk te maken om onnozele en negatieve dingen. Ik hoop deze familie in Tasmanië te bezoeken!

Na Karijini National Park reed ik weer terug richting de kust. In Exmouth boekte ik 2 nachtjes. Na een lange dag rijden, plofte ik op mijn bed en ben ik gaan uitzoeken wat ik allemaal wil doen langs de kust richting Perth. Naast mij kampeerde een jongen uit Adelaide, Roh, ook aan het reizen met z’n busje en die nodigde mij uit voor avondeten. De volgende dag bezocht ik Cape Range National Park. Hier heb je prachtige strandjes en kun je snorkelen. Ik dacht, ik ga de ochtend relaxen op het strand en ’s middags ga ik lekker snorkelen. Ik reed eerst naar Sandy Bay, een prachtig wit strand met een helder blauwgroene zee. In de verte zag je de golven omslaan op het rif. Er was bijna niemand op het strand, enkel wat mensen die stonden te vissen. Ik wandelde wat langs het strand, en jawel, ik had weer aanspraak. Steve, 61 jaar, en na 10 minuten kletsen, stond hij erop dat ik mijn spullen pakte, zodat hij mij kon leren vissen. Ik was een natuurtalent met werpen, hij stond er helemaal van te kijken. Er zwommen nog wat schilpadden bij, alsof het de normaalste zaak van de wereld was. De tijd ging snel en voordat ik het wist was het 3 uur. En ik moest nog volgens de planning snorkelen in een andere baai! Het snorkelen viel tegen, het water was niet echt helder en ik denk dat ik na Fiji ook enigszins verwend.

De volgende ochtend stond ik op het punt Exmouth achter mij te laten. Ik wilde nog één ding weten. Deze regio staat bekend om de mantarays en de walvissen en dolfijnen. Ik dacht, even checken bij een persoon met een boot of ze er echt zijn en of het waard was om een excursie te doen. Ik weet niet wat het is, maar ik kreeg weer een uitnodiging. Als ik vandaag niks te doen had, kon ik wel met ze mee op zee vandaag. Nou daar ging ik hoor, vissen met Peter en Trevor. Het was zo gaaf, we zagen walvissen, er zwommen dolfijnen voor de boot, we zagen zelfs een 3 meter lange haai! Uiteraard ook vis gevangen. Ik had 2 snappers gevonden, een kleine haai en nog wat andere kleurrijke vissen. In het begin voelde ik mij niet goed en stond ik op het punt van spugen, maar wonder boven wonder deden gingerbeer en droge crackers mij beter voelen. Ik voelde mij daarna weer kip lekker. ’s Avonds hadden we uiteraard onze zelf gevangen vis als maaltijd, wat was dat smullen zeg!

Na Exmouth maakte ik een korte stop in Coral Bay. Dit was mij iets te toeristisch en ik besloot om hier niet te overnachten. Ik reed verder richting Carnarvon, waar ik een heerlijk relaxt dagje had. Ik heb lekker niks gedaan! Ik heb op mijn bed gelegen en Game of Thrones gekeken. ’s Avonds was er Sizzling Saugages, gratis bbq worstjes van de camping. Ik zat duidelijk in de bejaarden soos, maar wel erg gezellig.

Ik ben nu ongeveer halverwege de westkust. Het is nog zo’n 1000 kilometer tot aan Perth. Nog veel meer moois te zien en doen hopelijk! Ik geniet nog steeds elke dag, reizen vind ik zo leuk!

Liefs